Menu Close

Thomas Erdbrink en zijn geslepen Iran-promotie

Heel intellectueel Nederland lijkt nu weg te lopen met Thomas Erdbrink. De Nederlander is als een van weinige journalisten in Iran geaccrediteerd en werkt er tevens als bureau chief voor de New York Times. Sinds zijn tv-serie ‘Onze man in Teheran’ door de VPRO werd uitgezonden, weet iedereen wel wie hij is. Met de uitstraling van een hippe, vriendelijke buurman liet hij ons in vier afleveringen een ‘ander’ Iran zien. En daar begon mijn irritatie.

SHARIADICTATUUR

De benauwende, grimmige kanten, de terreur en de onvrijheid van de shariadictatuur waarin Erdbrink woont, worden in de serie amper belicht, maar daar schijnt het Nederlandse publiek ook geen behoefte aan te hebben. Het is opmerkelijk: de met toestemming van het dictatoriale regime gefilmde verhalen treffen in Nederland een wildenthousiast publiek dat bij Erdbrink inmiddels uit de hand eet. Jubelende recensies en vele prijzen vielen hem en de redactie ten deel. Hij heeft nu een Onze Man-rubriek in de Volkskrant en als kers op de taart is hij dit jaar ook nog eens zes lange avonden de presentator van Zomergasten.

VERHALEN

Erdbrink doet het dan ook goed, dat verhalen vertellen en gewone mensen over hun dagelijkse beslommeringen aan het woord laten in zijn serie. En daarin is veel herkenbaar, ook al leven de geportretteerden in een shariadictatuur. Hij doet de Iraniërs zeker recht als hij hun humor, wijsheid, inventiviteit en activisme laat zien. Het land heeft van oudsher een hoog ontwikkelde cultuur en de literatuur, de keuken en de islamitische architectuur worden tot de beste ter wereld gerekend. Daarnaast zijn veel Iraniërs goed opgeleid. Het land heeft een bloeiende filmindustrie, waarvan keer op keer producties met internationale prijzen worden bekroond. Het land en zijn bewoners verdienen zeker aandacht.
Maar waarom bekroop mij bij het kijken naar de tv-serie dan steeds vaker de vraag of Erdbrink, met zijn uitgekiende benadering, niet ook van het Duitsland in de jaren dertig of van het communistische Oostblok een best sympathiek beeld had kunnen schetsen?

Formule

Gaandeweg zag ik een formule in de manier waarop hij thema’s aansnijdt. Die gaat – in telkens kleine variaties – als volgt:
“Ja, er zijn nare regels. Ja, er is veel verboden. Ja, strenge oude ayatollah’s maken de dienst uit. Maar laat ons daar nou niet te moeilijk over doen. Dat doen de Iraniërs ook niet, want die zijn net als wij en doen al die leuke dingen gewoon toch, maar dan lekker stiekem. Haha!”
Het werkt verrassend goed. Zelfs de ayatollahs zien inmiddels de waarde van Erdbrinks werk. Ze lieten hem vier jaar wachten tot ze toestemming gaven om de serie te filmen. Dat het ineens kon op het moment dat het Iraanse regime af wilde van zijn hardliner-imago en behoefte had aan PR die de weg naar de nucleaire deal kon bereiden; het kan amper toeval zijn. Hoe handig is het dan, als er op dat moment zo’n sympathieke journalist staat te trappelen die de shariadictatuur publieksvriendelijk weet te belichten.

VRIJHEID

Een maand geleden kwam Erdbrink naar Nederland en mocht hij aanschuiven bij Pauw. Het gesprek had een serieus karakter. Het ging over de respectievelijke nationale lezingen op 4 en 5 mei die medegast Ahmet Aboutaleb en Thomas Erdbrink zouden geven. Vrijheid is dan ook bij uitstek een onderwerp waar iemand die bijna permanent in een dictatuur verblijft wel iets interessants over kan vertellen, zou je denken. Dat viel flink tegen.
Op de vraag ‘Wat is vrijheid voor jou?’ reageerde Erdbrink meteen relativerend. Vrijheid betekent volgens Erdbrink voor iedereen gewoon iets anders. Als het westen denkt dat vrijheid betekent dat je de profeet mag beledigen, dan vinden veel Iraniërs bijvoorbeeld dat ze evengoed de Holocaust mogen bagatelliseren of bespotten. En hij vond dat wij dat ook maar eens moeten accepteren, net zoals de in Iran populaire ontkenning van de Holocaust.
Een fragment uit het gesprek:

Erdbrink: “Onze vrijheden hebben ook grenzen, wij kennen ook taboes. Het maakt mij niet uit wie wat zegt. Iedereen mag zeggen wat-ie wil, maar dat is terugpesten, dat is gewoon. Die mensen zeggen dan ‘ja, constant wordt onze profeet beledigd. Nou, wij hebben twijfels over jullie Holocaust, lekker puh”.

Jeroen Pauw: “Maar het ene is toch echt gebeurd en het andere een verzinsel?”

Erdbrink: “Ja, dat is een discussie, daar gaan wij niet helemaal uitkomen, want het gaat om de perceptie die mensen hebben. We wonen in een grote geglobaliseerde wereld, we vliegen allemaal waar we naartoe willen, het internet, alle informatie is binnen handbereik. En je ziet gewoon dat we ons opeens nu zorgen moeten maken, ook in Nederland, ook over wat andere mensen vinden. Dat was veertig jaar geleden niet zo.”

Dit gedraai leek medegast Ahmed Aboutaleb flink te irriteren. Die reageerde dan ook (en gelukkig) wel heel duidelijk: “Dingen die achterlijk zijn moet je ook als zodanig kwalificeren.” Maar de boodschap kwam niet aan. Erdbrink riposteerde: “Nou dan ga je alleen maar roepen, iedereen is achterlijk”.
Dit belooft nog wat voor Zomergasten.

MISPLAATSTE ANEKDOTE

In zijn 5 mei lezing schroomt Erdbrink vervolgens niet zijn publiek – voor mijn gevoel totaal misplaatst – een jolige anekdote uit zijn eigen, ach zo leuke leven in de reëel existerende politieke islam voor te zetten:
“Onlangs vierde ik mijn veertigste verjaardag in Iran. Alles moet stiekem, feesten is verboden. Met de telefoon van een vriend bel ik de DJ, via via nodig ik mijn vrienden uit. Drank, verboden in Iran, moet via een mannetje komen. In de avondschemer tilt hij een paar rinkelende vuilniszakken uit zijn achterbak. Dikke knipoog erbij en ter plekke afrekenen s.v.p. Die avond dreunt mijn appartement van de housebeats. Mensen dansen op de tafels, er wordt gejoeld. We zijn een groep. Iedereen kent elkaar. Iedereen vertrouwt elkaar. Kunstenaars, acteurs, journalisten. Er is een advocaat en een restauranthouder. Niemand zal ons verraden. De buren bellen de politie niet. Dat doe je simpelweg niet.”
Dat ook veel Holocaustslachtoffers er ooit – helaas vergeefs – op vertrouwden door hun omgeving niet verraden te worden, lijkt Erdbrink niet te beseffen. Die pijnlijkheid ontgaat hem geheel, zo vol is hij van zijn toffe heldenleventje in de dictatuur. Even zo min beseft hij hoe respectloos zijn gedweep overkomt wanneer je denkt aan de velen die in Iran de dans niet zo makkelijk ontspringen als de voor het regime nuttige correspondent.

MUZIEKVIDEO

Maar Erdbrink blijft waar hij ook komt zijn formule toepassen. Hij schuift ongemakkelijke feiten eenvoudig terzijde om in te zoomen op iets waar hij wel ‘leuk’ over kan vertellen. En hij komt ermee weg, nergens wordt hem ook maar één kritische vraag gesteld. Zo ook op 6 mei in De Wereld Draait Door waar hij wordt voorgesteld als de nieuwe presentator van Zomergasten. Zich even in een zomergast verplaatsend laat hij een filmfragment zien. Omdat hij nu in Iran woont ‘is het iets uit dat land‘, een videoclip van de daar bijzonder geliefde zangeres Googoosh.
“Haar muziek is nu verboden, maar vóór de revolutie mocht het wel, en kijk eens wat prachtig, er wordt nog steeds naar geluisterd , alleen nu stiekem, haha… Ach ja, urenlang die geestelijken op tv, die neemt toch niemand serieus..”

WEGLACHEN

Wat Erdbrink hier luchtig ‘de revolutie‘ noemt, de machtsovername door de ayatollahs, vond plaats in 1979. Hij was toen zelf drie jaar, maar dat vertelt hij er niet bij. De dictatuur weglachen, zo makkelijk gaat dat. Maar wat is er eigenlijk zo leuk aan het benauwende gegeven dat mensen een straf riskeren als zij in het geheim naar veertig jaar oude, stuk gedraaide muziekclips luisteren? Overigens zijn er ook actuele opnames van Googoosh en die zijn van een verrassende kwaliteit. Alleen spreekt zij zich daarin ook vaak uit over de onderdrukking in haar geboorteland, zoals in dit uitdrukkelijke statement vóór de acceptatie van homoseksualiteit. In Iran wordt dit als verspreiden van decadentie en erger gezien. Misschien was dit net even niet leuk genoeg voor onze man uit Teheran?

EXECUTIES

Dat er in Iran dit jaar gemiddeld drie mensen per dag worden geëxecuteerd voor onder andere prostitutie, pornografie, homoseksualiteit of afvalligheid. Dat er nu honderdzestig minderjarigen op de doodstraf wachten die pas zal worden uitgevoerd als zij 18 zijn. Dat iemand voor overspel of voor het publiceren van een vrolijke “Happy”-video met zweepslagen bestraft wordt. Dat een rechtbank mensen kan laten stenigen of ledematen kan laten amputeren. Dat tientallen journalisten en cartoonisten tot lange gevangenisstraffen veroordeeld zijn. Dat handen schudden tussen man en vrouw een delict is. Dat ook zijn eigen, stiekeme leverancier van alcohol kan worden opgepakt en dan zwaar kan worden berecht. Daar horen we Erdbrink niet over.
Als belangrijke factor in de PR van het regime kan hij vrijelijk verhalen over zijn stoere verjaardagsfeestje en hoeft blijkbaar niet bang te zijn, dat hij hierover wordt lastig gevallen of bij terugkeer wordt verhoord. Bij anderen loopt dat vaak een stuk minder vrolijk af.

ZOMERGASTEN

Natuurlijk kan een journalist in een dictatuur nooit echt vrij schrijven, al helemaal niet als hij met zijn vrouw in het land woont. Dat verwacht dan ook niemand. Wel moet hij over zijn rol en situatie kritisch blijven reflecteren en zijn lezers waar mogelijk over zijn dilemma’s informeren. Erdbrink laat dat na en dat roept twijfels op over zijn vermogen om als presentator interessante Zomergastgesprekken te voeren.
Zelf zou hij natuurlijk ook heel veel kunnen vertellen, mits oprecht en openhartig. Heb je daar wel eens twijfels over? Praat je thuis dan niet over gevoelige onderwerpen, of zeg je er steeds bij dat iets geheim moet blijven? Het zou boeiende televisie kunnen worden.

VEROORDELINGEN

Maar veel prangender is een andere kwestie die al helemaal niet weg te lachen valt. In een artikel voor de New York Times maakte Erdbrink op 25 april jl. melding van de veroordelingen van enkele journalisten en daarnaast meldt hij summier ook de arrestatie van Sabri Hassanpour, een man die naast de Iraanse ook de Nederlandse nationaliteit zou bezitten. Hij schijnt in Amsterdam gewoond te hebben en hier tegen het regime gerichte radioprogrammas te hebben gemaakt. Hij was in Iran om familie te bezoeken toen hij werd gearresteerd. Hij lijkt niet echt invloedrijk of gevaarlijk, onder Iran-kenners in Nederland doet zijn naam niet meteen een belletje rinkelen.

OPGEHANGEN

Je zou dan toch verwachten dat Erdbrink vervolgens meer aandacht aan deze arrestatie besteedt en er vooral ook in de Nederlandse media over bericht. Aangezien wij weten hoe het met Zahra Bahrami, de vorige Nederlands-Iraanse arrestant afliep, zou het hier wel eens om een zaak van leven of dood kunnen gaan. Pogingen vanuit Den Haag om haar te helpen liepen toen op niets uit. Bahrami is in 2011 opgehangen na te zijn beschuldigd van staatsondermijnende activiteiten en drugshandel, iets wat zij altijd heeft ontkend. Het gebeurde in de beruchte Evin gevangenis waar Hassanpour nu ook schijnt vast te zitten.
Van Erdbrink hoorden we niets meer over deze man. En sterker, ook géén van de Nederlandse media wijdde maar één woord aan de arrestatie van de Nederlander. Daarmee groeit de kans dat Hassanpour voor jaren geruisloos in de gevangenis verdwijnt, of zelfs erger. Hier is het land waar volgens Erdbrink ‘niets mag, maar alles kan’, dan toch weer een ijzingwekkende dictatuur waar je, als die zich tegen je keert, niets kunt.

HANDELSMISSIE

Uiteraard ziet Iran, dat dubbele nationaliteiten principieel niet accepteert, hier liever geen ophef over. Evenmin als Nederland, dat nu groot inzet op economische ontwikkeling en handel met het land. Uitgebreide berichtgeving over Hassanpour in de Nederlandse media had de handelsmissie van minister Kamp, die op 6 mei naar Teheran is vertrokken, dan ook wel eens lelijk kunnen overschaduwen. Dan maar liever een Nederlands staatsburger in stilte vergeten laten worden.

Blijkbaar ligt niemand daarvan wakker. En Thomas Erdbrink al helemaal niet.

Op 26 mei 2016 gepubliceerd op opiniez.com