Menu Close

Bespaar ons de beperkte opinie van Joost Lagendijk

Je kunt er de klok op zetten. Zo gauw er iets in Turkije aan de hand is haalt de publieke omroep Joost Lagendijk van stal. Dat die ons elke keer weer op een behoorlijk gekleurde visie trakteert lijkt het brede publiek geheel te ontgaan. Geen wonder ook, want slecht geïnformeerde interviewers laten hem zijn gang gaan waar zij kritische vragen zouden moeten stellen.

Turkije is voor veel media een ingewikkeld onderwerp. De recente arrestaties van Zaman-journalisten verleiden nu al te gemakkelijk tot één groot Erdogan-is-de-boeman verhaal dat alle tegenstanders van de potentaat vanzelf witwast. Helaas doet dit de situatie in Turkije geen recht. Het land heeft een uiterst complexe, niet makkelijk te begrijpen historie. Sinds de republiek in 1923 werd uitgeroepen kende het democratisch gehalte van de Turkse republiek ondanks alle top-down moderniseringen altijd grote tekortkomingen. De actualiteit is al net zo min in één enkel lineair verhaal te vatten. Dat lijkt met name voor radio en tv een uitdaging. Duiding door deskundigen met meer inzicht is dan ook vaak gevraagd om het nieuws begrijpelijk te maken.
Helaas is Joost Lagendijk voor deze taak niet de juiste persoon. De voormalig Groen-Links politicus toog ooit vanwege de liefde naar Istanbul en begon daar aan een veelbelovende carriere als adviseur en docent aan de gerenommeerde Sabanci-universiteit. Even later werd hij columnist voor Radikal, een progressieve, kritische krant, en verschenen zijn columns ook in de engelstalige Hürriyet Daily News HDN, een door buitenlanders veel gelezen engelstalig klein dagblad waaraan ook internationale journalisten vaak refereren. Een mooie start.
Hoe of waarom is niet bekend, maar in 2012 eindigden Lagendijk’s activiteiten voor het Sabanci-imperium. Intussen was hij als columnist al verhuisd naar het door de Gülenbeweging opgezette dagblad Zaman en zijn engelse variant Today’s Zaman, die onderdeel uitmaken van een conglomeraat van media dat zich in wereldwijd richt op diverse doelgroepen. Bij alle activiteiten verliezen deze media nooit de belangen van de beweging uit het oog. Het nieuws wordt telkens zeer zorgvuldig geregisseerd en toegediend. Zo is al jaren bekend dat de engelstalige versie van de krant een veel mildere en liberalere opinie uitdraagt dan de Turkse. Alles wat deze krant over politiek brengt is gericht op het ten faveure van het eigen netwerk bewerken van de publieke opinie. Vaker dan in andere media wordt over Hizmet/Gülen-activiteiten bericht, worden deze in een goed daglicht geplaatst, en als relevanter beschreven dan ze eigenlijk zijn. De krant moet met met een flinke korrel zout genomen worden.

Kleuren binnen de lijntjes

Een recent voorbeeld van deze strategie illustreert dit. Zo brachten de Franse, Turkse en engelstalige, en zelfs de roemeense Zaman het bericht dat Npoint, een Nederlandse vereniging van zeventien huiswerkclubs van een EU-project veel complimenten had gekregen. In het artikel wordt uitdrukkelijk de band tussen de bijles-clubs en de Gülen-beweging benadrukt. In de Nederlandse Zaman, waar je dit bericht toch als eerste zou verwachten, kom je het nergens tegen. Uiteraard wil men hier de Gülen-achtergrond van deze instellingen liever verborgen houden.
Alle Gülen-media hebben ondanks hun diversiteit één ding gemeen. Zij zullen nooit over iets berichten dat ten nadele van de de eigen beweging uitgelegd kan worden.
Lagendijk stelt zelf altijd alle ruimte te krijgen, en vrij te kunnen schrijven. Hij vond het zelfs nodig om dit standpunt in zijn boek over de geschiedenis van Turkije nog eens uitgebreid toe te lichten. Dat kan best zo zijn. Ook tal van andere buitenlandse journalisten schreven en schrijven nog voor het medium, vaak over ongevaarlijke thema’s als tourisme en kunst, en lijken er goed van te kunnen leven. Dat gaat helaas alleen goed zolang je de mentale grenslijnen niet passeert.

Kritiek komt Zaman-journalist duur te staan

Dat overkwam Andrew Finkel, een vermaard Turkije-kenner die schrijft voor onder andere de New York Times en Economist en columnist was voor Zaman. In het voorjaar van 2011 plaatste hij in een Zaman-column kanttekeningen bij de arrestatie van de journalist Ahmet Sik. Die was vanwege het schrijven aan een kritisch boek over de Gülenbeweging van zijn bed gelicht en in de cel gezet. Was Finkel’s column alleen kritisch geweest over de arrestatie, dan was dit mogelijk nog door de vingers gezien. Maar het letterlijk stellen, zoals hij deed, dat het schrijven van een boek dat de Gülenbeweging aanvalt geen misdaad is, deed hem de das om. Hij werd bij Zaman ontslagen en kreeg van collega’s nog een paar hatelijke trappen na. Hebben wij Lagendijk daar ooit over gehoord? Nee, met geen woord. Die bleef gewoon lekker zijn wekelijkse column vullen.
Interessant is ook wat Jenny White,  hoogleraar antropologie en Turkije-Kenner, over deze kwestie schreef. Zelf werkte zij ook voor Zaman. Tot haar opviel dat de krant ten tijde van de groene revolutie in Iran alsmaar op de Iraanse regeringslijn bleef zitten. Dat was voor haar een reden om haar ontslag in te dienen. In tegenstelling tot Lagendijk beheerst White wel de turkse taal, en is daarmee waarschijnlijk stukken beter in staat zich goed te informeren.
En er was meer. In februari 2012 gaf Lagendijk in Amsterdam een lezing voor het Peritus-Netwerk, een vanuit de Nederlandse Gülen-beweging opgezette studentenclub in Amsterdam. Hoewel er al scheurtjes in de samenwerking kwamen, speelden Erdogan en Gülen naar buiten toe toen nog dikke maatjes. Over de vastgezette journalisten zei Lagendijk toen, dat zij zo goed als nooit vanwege hun journalistieke werk waren opgesloten, en dat het in het merendeel van de gevallen om gewone terreurverdachten zou gaan. (video vanaf 9:20). Daarmee doelde hij dus op mensen als Füsun Erdogan, een Turks-Nederlandse journaliste die vanwege het runnen van een kritisch, links radiostation zeven jaar onschuldig achter tralies zat.

Meer links met de Gülen-beweging

Zaman zet dus wel degelijk een vast omlijnde koers uit. Het schijnt een soort gentleman’s agreement te zijn: wie van de piste raakt mag zonder omkijken het ravijn inzakken, wie netjes binnen de lijntjes kleurt, zoals Lagendijk, wordt daar bijzonder goed voor beloond. Het gaat om aanzienlijke bedragen zoals een HDN columnist en voormalig Lagendijk-collega mij verzekerde. In ruil daarvoor verlies je dan wel in turkse intellectuele kringen je naam. Zo klaagde Lagendijk onlangs in Amsterdam op een door Amnesty georganiseerde discussie nog over het feit dat bepaalde groepen journalisten elkaar mijden als de pest, en hij van velen geen steun zou kunnen verwachten. Daarin heeft hij gelijk, maar helaas heeft ook niemand Lagendijk nog kunnen betrappen op iets dat ook maar in de verte op steun aan een ontslagen journalist lijkt.
Het valt niet te ontkennen dat de tientallen journalisten die wel lef en een ruggengraat hebben,en in de afgelopen jaren, vaak na een informeel telefoontje uit Ankara, zijn ontslagen, veel sympathie en aanzien genieten. Voor opportunisten die zich aan de leiband laten houden, geldt het tegenovergestelde.
Lagendijks affiniteit met de Gülen-beweging strekt daarnaast ook verder dan het wekelijks schrijven van een column. Zo wordt hij geregeld de wereld overgevlogen om mee te doen aan dialoog-evenementen en lezingen vanuit de beweging. En nog vorige week hield hij een lezing op het Yamanlar-Koleji in Istanbul, een van de eerste door Gülen-aanhangers opgezette scholen in Turkije. In Nederland was hij betrokken bij Gülen-ondernemenrsorganisatie Hogiaf, zit hij in de adviesraad van de NTFF (door Sunier en Landman in recent onderzoek als aan Gülen verbonden genoemd), en participeert hij in activiteiten van het platform 400 jaar.

Nieuwsuur

Aankondiging bij Nieuwsuur waarin een veel prestigieuzere universiteit wordt vermeld

Ondanks al deze banden en zijn financiële afhankelijkheid wordt Lagendijk door de Nederlandse media nog steeds gepresenteerd als een objectieve duider van de ontwikkelingen in Turkije. Dat is bizar aangezien de man kan niet vrij kan spreken. Helemaal gek wordt het wanneer blijkt dat media het met de feitelijke informatie rond zijn persoon niet al te nauw te nemen. Zo werd Lagendijk bij zijn laatste optreden in Nieuwsuur beschreven als zijnde ‘columnist voor een Turkse krant‘ en docent aan de ‘Universiteit van Istanbul’, waarmee alle Gülen-verbanden in één keer zijn gewist.
De universiteit van Istanbul is een prestigieus oud instituut, maar daar werkt Lagendijk helemaal niet. Wat doet hij dan wel? Het is even zoeken, maar op zijn twitter-bio vermeldt hij dat hij les geeft aan de Suleyman Sah universiteit. Dat is een in 2012 door, hoe kan het anders, Gülen-aanhangers opgerichte universiteit. De naam refereert aan een Osmaanse voorvader over wiens tombe op Syrisch grondgebied tegenwoordig nogal wat te doen is. Vorig jaar had deze ‘universiteit’ nog maar net iets meer dan 400 studenten. Het Gülen-onderwijs floreert wat minder sinds de groep onder vuur ligt. En ja, Lagendijk geeft hier wekelijks les over de EU. Allemaal leuk en prima, maar wel iets heel anders dan Nieuwsuur suggereert.

Een Vandaag

Al even misleidend was een radio-optreden bij Een Vandaag. Het ging over de arrestaties bij Zaman. Tien minuten lang mocht Lagendijk samen met Gülenaanhanger Mehmet Cerit, ooit directeur van het eerste moskee-internaat in Nederland, oprichter van de Cosmicus-scholen, en tegenwoordig hoofdredacteur van de Nederlandse versie van Zaman, uitleggen wat er in Istanbul aan de hand is. Beide Gülen-protagonisten kregen géén een kritische vraag naar het verleden van hun organisatie of de tientallen, in eerdere jaren gearresteerde journalisten voorgelegd.
Kortom Lagendijk wordt voor zijn buitenland-trips, zijn lezingen, zijn onderwijsactiviteiten en zijn columns goed door het Gülen-netwerk betaald. Hij heeft voorheen nooit van zich laten horen wanneer de persvrijheid of collega’s in het gedrang kwamen. De man is niet vrij. Het is prima om zijn commentaar te vragen, maar vermeld zijn belangen daarbij dan ook correct. Of nog beter, zet er iemand tegenover met een andere visie, of een journalist die weet waarover hij praat. Van de publieke omroep mogen wij meer verwachten dan zo’n misleidende farce.